De regering vijlt haar pensioenplannen bij zodat niemand langer dan twee jaar extra hoeft te werken. Voor sommigen die aan de vooravond van hun pensioen staan was dat aanvankelijk drie, vier of zelfs vijf jaar. 'Dit bewijst dat we eerlijk en correct zijn', zegt minister van Pensioenen Vincent Van Quickenborne (Open VLD). 

De pensioenplannen van de regering hebben voor sommigen een bijna pervers effect. Een aantal mensen zou aan de vooravond van zijn pensioen geheel onverwacht nog wat extra rondjes moeten lopen en drie, vier of zelfs vijf jaar langer moeten werken. Dat komt omdat de regering van plan is de minimumleeftijd tot 62 jaar en de loopbaanduur tot veertig jaar op te trekken. Een voorbeeld van zo'n scheefgetrokken situatie: wie nu 60 is en 34 jaar gewerkt heeft, zou er nog vijf jaar bij moeten doen.

Overgangsmaatregel

'Dat is te hard', vindt Van Quickenborne. Daarom besloot de regering gisteravond om voor die mensen een overgangsmaatregel uit te werken. Al wie drie, vier of vijf jaar langer zou moeten werken door de pensioenhervorming mag het op twee jaar extra houden. 'Eerlijk en correct', noemt Van Quickenborne dat. 'We willen niet dat die mensen de dupe worden, maar anderzijds zullen ook zij langer moeten werken natuurlijk. Twee jaar is billijk. Dat strookt ook met de filosofie van het regeerakkoord dat iederéén twee jaar langer moet werken.'

De afzwakking van de pensioenplannen is één van de maatregelen die het uitgebreide kernkabinet gisteravond laat nog goedkeurde. Premier Elio Di Rupo (PS) zei al dat het sociale overleg eind deze week moet worden afgerond en met het pakket van gisteren trekt hij de komende dagen naar werkgevers en vakbonden.

Bonden positief

Die laatsten reageerden gisteren gematigd positief, maar vooral erg voorzichtig. 'We wachten af. Eerst moet er een akkoord over het geheel zijn', luidt het in syndicale kringen. Volgens Van Quickenborne werden deze nieuwe maatregelen niet genomen onder druk van de algemene staking van vorige week: 'We zijn al veel langer dan dat aan het onderhandelen.'

Toch zijn gisteravond nog wel wat andere tegemoetkomingen aan de bonden afgesproken. Zo komen er nog uitzonderingen voor de zware beroepen en voor mensen die 's nachts werken. Als zij met brugpensioen gaan, zal dat nog altijd volop meetellen voor de berekening van hun pensioen.

En ook de werkgevers krijgen wat toegestopt. Zij moeten niet langer geld investeren in externe pensioenfondsen. Dat geld mag binnen het bedrijf blijven, waar het gebruikt kan worden voor investeringen. 'Het is dus echt geen rondje om alleen maar de vakbonden tevreden te stellen', zegt een lid van het kernkabinet.