Loonkost te hoog in België

vr, 12/10/2012

Topeconoom Paul De Grauwe (Open VLD) schrijft deze week in de morgen zijn opinie over de o zo hoge loonkost in België. Echt interessant om eens te lezen.


De eurozone wordt in twee gesplitst. Er zijn landen die in een slecht evenwicht zijn terechtgekomen met een onhoudbare overheidsschuld, onbetaalbaar hoge rentevoeten, torenhoge werkloosheid. U kent ze: het zijn Ierland, Spanje, Italië, Cyprus, Portugal, Griekenland. Daartegenover staan de landen die in een relatief gunstig evenwicht zijn terechtgekomen en die profiteren van relatief lage rentevoeten, lagere budgettaire tekorten en veel lagere werkloosheid. Het zijn de landen uit het Noorden van de eurozone, België, Nederland, Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk en Finland. De ene groep doet het economisch bar slecht, de tweede doet het niet echt goed, maar toch zoveel beter dan de eerste.

Met die informatie in mijn achterhoofd doorbladerde ik onlangs het statistisch zakboekje 2012 van het VBO en kwam er terecht op bladzijde 12. Deze toont een grafiekje met de uurloonkosten in de eurozone. De landen worden er gerangschikt van hoog naar laag. België heeft de hoogste uurloonkosten in de eurozone. België staat dus eerste in de rij, gevolgd door Frankrijk, Nederland, Duitsland, Finland en Oostenrijk. Dan volgen de landen met uurloonkosten beneden het gemiddelde. In dalende volgorde van uurloonkosten prijken Ierland, Italië, Spanje, Cyprus, Slovenië, Portugal. Ik kon mijn ogen niet geloven. Wat blijkt uit dit grafiekje van het VBO? Alle landen met hoge loonkosten doen het relatief goed; en alle landen die in een diepe economische crisis zijn terechtgekomen hebben loonkosten beneden het eurozonegemiddelde.

Dat lijkt wel de wereld op haar kop. Horen we niet voortdurend dat hoge loonkosten een 'handicap' zijn die onze competitieve positie verslechtert en de economische welvaart en tewerkstelling in gevaar brengt? Misschien is dat wel zo, maar feiten zijn feiten. De landen die in de eurozone gespaard zijn gebleven van een diepe crisis zijn bijna allemaal landen met torenhoge loonkosten terwijl alle probleemlanden genieten van loonkosten die beneden het gemiddelde liggen.

Hoe kan zoiets verklaard worden? Het antwoord is relatief eenvoudig. Als de hoge loonkosten een hoge productiviteit weerspiegelen, is er niets mis met die loonkosten. Integendeel, die hoge loonkosten weerspiegelen een hoog niveau van welvaart. En dat is het geval in de meeste noordelijke landen van de eurozone, en dus ook in België.

We moeten afstappen van het negatief denken over hoge loonkosten dat in België zo wijdverspreid is. We zouden ons moeten verheugen over die hoge loonkosten. De hoge lonen in België en in de ons omringende landen maken deel uit van een positieve dynamiek. Een hoge productiviteit maakt het mogelijk om hoge lonen uit te betalen. Dit creëert op zijn beurt veel koopkracht, zodat werknemers de goederen en diensten die door Belgische bedrijven worden geproduceerd kunnen kopen.

Er is een nog belangrijkere dimensie aan die dynamiek van hoge productiviteit en hoge lonen. Die maken het mogelijk om collectieve diensten aan te bieden die uiteindelijk de competitiviteit verbeteren: orde en veiligheid, een sociaal vangnet, een goed onderwijssysteem en gezondheidszorg. Neem het onderwijs. De hoge lonen en de hoge productiviteit creëren de mogelijkheid om een duur onderwijssysteem te financieren. Dat verhoogt dan de kennis en de kunde van werknemers zodat die ingeschakeld kunnen worden in de productie van goederen en diensten met hoge toegevoegde waarde. De competitiviteit van het land verbetert. Er is dus geen tegenstelling tussen hoge loonkosten en competitiviteit. Het is dus echt niet nodig om onze loonkosten naar beneden te halen, zoals door vele economen voortdurend herhaald wordt.

Is er dan geen probleem met hoge loonkosten? Ja, als de loonkosten sneller gaan stijgen dan de productiviteit. Dat is in het Noorden van Europa nauwelijks het geval geweest in de laatste twee decennia, ook niet in België. Dat was wel zo in vele zuiderse landen, met het gevolg dat de competitiviteit er op dramatische wijze is verslechterd. Dat verklaart mede waarom die landen in een slecht evenwicht terechtkwamen.

Ja maar, hoor ik zeggen. Bewijst het Duitse model niet dat we door het drukken van de loonkosten het nog beter kunnen doen? Duitsland heeft inderdaad een politiek gevoerd die geleid heeft tot loonstijgingen die beneden de productiviteitsgroei liggen. Dat heeft de internationale competitiviteit van de Duitse bedrijven verbeterd. Maar dat is een tijdelijk fenomeen. De Duitse werknemers nemen het niet meer dat ze niet mee kunnen profiteren van de productiviteitsgroei en dat het grootste deel van die groei gaat naar de bedrijven en de aandeelhouders. Een correctie is onvermijdelijk. Ik hoor nu zeggen door Vlaamse politici dat ze het Duitse model willen volgen. Wel, ze zullen te laat komen. Als we er in slagen de Duitsers in te halen, zal het Duitse model niet meer bestaan.