De regering-Di Rupo heeft vorige week donderdag in alle stilte via een elektronische ministerraad een voorschot genomen op de belasting die pensioenspaarders normaal op hun 60ste moeten betalen. Dat moet 210 miljoen euro opleveren voor de begroting.

Pensioenspaarders betalen op hun 60ste een heffing op hun spaargeld. Die bedraagt 16,5 procent voor stortingen die gebeurd zijn voor 1993 en 10 procent op die na 1993. Op de stortingen van voor 1993 neemt de regering nu een voorschot van 6,5 procent, zoals ze voor de zomer al deed voor individuele levensverzekeringen (technisch de taks op het langetermijnsparen).

De pensioenspaarder zal dat dit jaar evenwel niet voelen, want de verzekeraars schieten het voor. Ze houden de taks wel af van de reserves. Op langere termijn is de maatregel dus niet neutraal voor de spaarder. Want doordat een deel van het opgebouwde kapitaal naar de begroting vloeit, krijgt de pensioenspaarder minder rente. ‘Het is dus geen nul-operatie, maar het gaat ook niet om een ingrijpende maatregel’.