De producent van roestvrij staal Aperam, die ook in België actief is, heeft in het derde kwartaal opnieuw verlies geleden, maar minder dan een jaar eerder. Aperam kampt met een zwakke vraag en gedaalde staalprijzen. Voor het vierde kwartaal verwacht de groep vergelijkbare resultaten.

Vanuit de staalfabrieken van Aperam vertrok in het voorbije kwartaal 410.000 ton roestvrij staal. Dat is 5 procent minder dan in het tweede kwartaal en ook minder dan een jaar eerder (429.000 ton). De zomermaanden zijn traditioneel zwakker voor de staalsector. In combinatie met lagere prijzen leverde dit een omzet van 1,21 miljard dollar op, flink minder dan in het derde kwartaal van 2011 (1,52 miljard). Analisten hadden gerekend op 1,34 miljard dollar.

De bedrijfskasstroom of ebitda kwam uit op 42 miljoen dollar. Dat is zowel lager dan in het tweede kwartaal (65 miljoen) als in het derde kwartaal van vorig jaar (62 miljoen). Aperam wist wel zijn nettoverlies terug te dringen van 41 tot 17 miljoen dollar. Dat is merkelijk minder dan verwacht (41 miljoen dollar). Per aandeel bedraagt het verlies 0,21 dollar tegen 0,53 dollar een jaar eerder.

Voor het vierde kwartaal spelen twee elementen in Aperams voordeel: de basisprijzen zijn recentelijk weer gaan stijgen en in Brazilië, waar de groep sterk aanwezig is, zijn de importheffingen opgetrokken. Toch ‘moeten we voorzichtig blijven vanwege de volatiele en onzekere marktomstandigheden’, zegt ceo Philippe Darmayan in een persbericht. Aperam verwacht een bedrijfskasstroom die vergelijkbaar is met het derde kwartaal.

Aperam heeft in ons land vestigingen in Genk en Châtelet.