Het Belgische impliciete belastingtarief op arbeid was in 2011 het hoogste van de hele Europese Unie. Dat blijkt uit een rapport over fiscale trends dat Eurostat heeft gepubliceerd. Intussen valt ook op hoe de begrotingscrisis met name de belasting op consumptie fors doet toenemen.

Uit het rapport van de Europese statistische dienst blijkt dat arbeid in 2011 de voornaamste bron van belastinginkomsten voor de Europese landen was. België spant de kroon, met een impliciet tarief van 42,8 procent (ten aanzien van de brutosalarissen, nvdr). Daarna volgen Italië (42,3 pct) en Oostenrijk (40,8 pct).

Het rapport illustreert hoe de Europese landen met toenemende belastingen hun begrotingstekorten proberen indijken. De fiscale druk steeg volgens Eurostat van 38,3 procent in 2010 tot 38,8 procent in 2011. Denemarken (47,7 pct) en Zweden (44,3 pct) heffen in verhouding tot hun bbp de meeste belastingen, gevolgd door België (44,1 pct) op de derde plaats.

Ook de Europese Commissie pakte vandaag met een belastingrapport uit. Ook hier valt op dat de fiscale inkomsten vanaf 2011 opnieuw de hoogte ingingen. Het rapport stelt vast dat met name de btw-tarieven sinds 2008 crescendo gaan. Die trend viel in België dan weer niet waar te nemen.