“Structurele oplossingen” vergen een gans nieuwe aanpak van het sociaal-economisch beleid.

ma, 28/01/2013

Artikel uit Trends.be
In het geel zie je de enige en echte reden waarom we langer zouden moeten werken.

Iedereen toonde zich erg kwaad op de leiding van multinational Ford toen de beslissing tot sluiting van de fabriek in Genk viel. Nu hakken we met z’n allen in op de leiding van een andere multinational, Arcelor Mittal, naar aanleiding van de schrapping van 1300 jobs in het reeds zo zwaar geteisterde Wallonië.

Er zit zeker een grond van waarheid in bepaalde van die verwijten en beschuldigen maar het zou ons allemaal veel meer helpen de echte realiteit rond deze debâcles inzake economische bedrijvigheid en tewerkstelling onder ogen te zien. De grote verontwaardiging die sommige politieke beleidsverantwoordelijken nogal ostentatief ten toon spreiden, stelt trouwens niet veel meer voor dan een goed doordachte poging om de aandacht van de eigen verantwoordelijkheden in dezen af te leiden. 

Terwijl, onder meer, onze geografische ligging en de kwaliteit van ons arbeidspotentieel ons land aanzienlijke perspectieven blijven bieden op het vlak van economische en industriële bedrijvigheid, komt steeds meer aan de orde dat ondernemers en ondernemingen met toenemende hinderpalen dienen af te rekenen.

Onze hoge fiscale druk en de complexiteit en vaak ineffectiviteit van de reglementering zijn belangrijke handicaps. Hetzelfde geldt ook inzake onze relatieve loonkosten die onze ondernemingen opzadelen met een concurrentiële handicap van minstens 10%. En dan is er zeker ook nog de ronduit vijandige houding die sommige politici en vakbondsleiders aannemen tegenover ondernemers en ondernemingen. Gaat de economie in haar geheel in recessie, dan beginnen deze negatieve factoren extra zwaar door te wegen op de bereidheid van ondernemers om hier risico’s te nemen, jobs te creëren en te investeren. 

Minister van Werk Monica De Coninck liet onmiddellijk weten dat zowel regionaal als federaal, en liefst samen, moet gezocht worden naar “structurele oplossingen”. Twee mogelijke ingrepen horen daar zeker niet bij. Ten eerste, brugpensioenen en andere vormen van definitieve vervroegde uittreding zijn volkomen uit den boze. De simpele realiteit is dat we als gemeenschap gewoon niet meer de middelen hebben om dergelijke ingrepen te financieren. Bovendien komt de periode van systemische krapte op de arbeidsmarkt stilaan maar zeker dichterbij. Er dient dus te worden ingezet op herscholing en bij-training, liefst ondersteund door significante financiële prikkels voor alle betrokkenen.